Alleen de schouder of het hele lichaam?
Hoe het in zijn werk gaat bij een oefentherapeut.
Wanneer iemand voor de eerste keer bij een oefentherapeut Cesar of Mensendieck komt, volgt er over het algemeen altijd eerst een intakegesprek en een onderzoek. Behalve wanneer iemand niet door de huisarts of specialist is verwezen, en op eigen initiatief een afspraak heeft gemaakt, volgt er eerst een zogeheten screening om te bekijken of de klacht binnen het behandeldomein van de oefentherapie thuishoort.
Het menselijk lichaam beweegt als een geheel. De schouder bijvoorbeeld geeft klachten wanneer iemand iets boven schouderhoogte wil pakken. Iets pakken gebeurt met de handen, de ogen sturen het hoofd naar de locatie, het hoofd draait in deze richting, de nek beweegt mee,de rug beweegt mee. Staat iets behoorlijk hoog, dan zal iemand uiteindelijk ook nog op zijn tenen gaan staan. De klacht zal dan uiteindelijk wel voelbaar zijn in de schouder, en omschreven worden als: "wanneer ik iets wil pakken wat hoog staat, krijg ik pijn in mijn schouder." Maar voor de oefentherapeut is de pijn een uiting van een beweging die in feite met het hele lichaam gemaakt wordt.
Uit: 50 jaar bewegingsleer Cesar. |
In bovenstaand oude foto afkomstig uit het archief, van wat toen nog 'bewegingsleer Cesar" heette, is duidelijk te zien dat reiken, om naar het plantje te kunnen komen, door veranderingen in de rest van het lichaam, toch een heel andere arm en schouderbeweging oplevert.
Bovenstaand voorbeeld van de schouderklacht is niet op zichzelf staand. Wanneer een patiënt een oefentherapeut consulteert met een klacht zal de oefentherapeut altijd proberen een zo compleet mogelijk beeld te vormen van de patiënt. Dit houdt in dat naast het totaalbeeld van het bewegen, er ook gekeken gaat worden naar de aard van de werkzaamheden, de eventuele sporten of hobby's. Dit om uiteindelijk een zo gericht mogelijk behandelprogramma te kunnen opstellen wat op de betreffende patiënt is afgestemd.