maandag 25 juni 2012

Alleen de schouder of het hele lichaam?

Hoe het in zijn werk gaat bij een oefentherapeut.


Wanneer iemand voor de eerste keer bij een oefentherapeut Cesar of Mensendieck komt, volgt er over het algemeen altijd eerst een intakegesprek en een onderzoek. Behalve wanneer iemand niet door de huisarts of specialist is verwezen, en op eigen initiatief een afspraak heeft gemaakt, volgt er eerst een zogeheten screening om te bekijken of de klacht binnen het behandeldomein van de oefentherapie thuishoort.

Wat veel mensen bevreemd is dat bij het onderzoek vaak wordt gevraagd om zich even uit te kleden -vanzelfsprekend op het ondergoed na-, ook wanneer men de oefentherapeut om hulp heeft gevraagd voor bijvoorbeeld een probleem in het schoudergebied. "Waarom moet ik me daarvoor helemaal uitkleden?" is een vraag die dan soms volgt. Meestal zal de oefentherapeut van te voren al uitgelegd hebben waarom dit voor de patiënt zinvol en voor de oefentherapeut noodzakelijk is om een goed beeld te kunnen krijgen van de eventuele oorzaak van de klacht, of de gevolgen van de klacht op andere delen van het lichaam. Soms zijn er tijdens het intakegesprek ook meerdere klachten naar voren gekomen die bij het onderzoek meegenomen worden om een eventuele relatie tussen de klachten te kunnen vaststellen.



Het hoofddoel echter, waarom iemand zich moet uitkleden, is vanwege het feit dat de oefentherapeut wil kijken naar het totale houding en bewegingspatroon van de persoon. Bij een schouderklacht zal de oefentherapeut bijvoorbeeld ook kijken naar de stand van de wervelkolom. Een sterk gebogen bovenrug geeft heel andere bewegingen van de schouder dan wanneer de rug een gestrekte houding heeft. Een bovenrug met een te sterke bolling (een versterkte thoracale kyfose in vaktermen), kan op zijn beurt weer veroorzaakt worden door een te sterke holling van de onderrug (de zogenaamde lumbale hyperlordose), met een naar voren gekanteld bekken. Dan komt vanzelf de vraag waarom het bekken zover naar voren gekanteld staat. Misschien doordat de knieën overstrekt zijn, of bijvoorbeeld omdat er spierverkortingen bestaan rondom het heupgewricht. 

Het menselijk lichaam beweegt als een geheel. De schouder bijvoorbeeld geeft klachten wanneer iemand iets boven schouderhoogte wil pakken. Iets pakken gebeurt met de handen, de ogen sturen het hoofd naar de locatie, het hoofd draait in deze richting, de nek beweegt mee,de rug beweegt mee. Staat iets behoorlijk hoog, dan zal iemand uiteindelijk ook nog op zijn tenen gaan staan. De klacht zal dan uiteindelijk wel voelbaar zijn in de schouder, en omschreven worden als: "wanneer ik iets wil pakken wat hoog staat, krijg ik pijn in mijn schouder."  Maar voor de oefentherapeut is de pijn een uiting van een beweging die in feite met het hele lichaam gemaakt wordt.




Uit: 50 jaar bewegingsleer Cesar.
Dit wil zeker niet zeggen dat, in bovenstaand voorbeeld, de schouderklacht is ontstaan vanuit de knieën, maar het kan wel een belangrijk gegeven tijdens de behandeling van de patiënt zijn. De oefentherapeut zal in een behandeling zoveel mogelijk voorwaarden meenemen in de oefeningen om uiteindelijk goede bewegingen van de schouder mogelijk te maken en daarom niet alleen de schouderbewegingen gaan oefenen. De schouder wordt betrokken in de hele aaneenschakeling van bewegingen die plaats kunnen vinden tijdens het reiken naar een voorwerp.
In bovenstaand oude foto afkomstig uit het archief, van wat toen nog 'bewegingsleer Cesar" heette, is duidelijk te zien dat reiken, om naar het plantje te kunnen komen, door veranderingen in de rest van het lichaam, toch een heel andere arm en schouderbeweging oplevert.

Bovenstaand voorbeeld van de schouderklacht is niet op zichzelf staand. Wanneer een patiënt een oefentherapeut consulteert met een klacht zal de oefentherapeut altijd proberen een zo compleet mogelijk beeld te vormen van de patiënt. Dit houdt in dat naast het totaalbeeld van het bewegen, er ook gekeken gaat worden naar de aard van de werkzaamheden, de eventuele sporten of hobby's.  Dit om uiteindelijk een zo gericht mogelijk behandelprogramma te kunnen opstellen wat op de betreffende patiënt is afgestemd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten